Nest
Je vuisten slaan
mijn handen van je af –
je hebt me hard geraakt
en trapt me als je wegrent
in mijn hart: korte echo’s, fel staccato
dat ik nauwelijks kan volgen:
‘Vandaag
wil ik het allerliefste dood’!
Ik verbeeld me
dat ik je terugvind –
schuw ineengedoken vogel
in een donker portiek
Ik open ruimschoots
mijn winterjas – mijn warmte
plant zich in jouw lichaam voort – vandaag
wordt jij opnieuw geboren.
Elise G. Lengkeek
Eerder gepubliceerd in: Luiting, Ton & Middendorp, Albert, Dit ondraaglijke leven (Hilversum/Antwerpen 1989)